Zevende generatie rietsnijders biedt excursies aan

  • 5 minuten opladen
  • 8443 x bekeken

Ze wonen in Giethoorn, maar leven in Nederland. In dat gehuchtje aan de rand van De Weerribben runnen Johan en Yfke de Dood het rietbedrijf dat al zeven generaties in het bezit van de familie is. “Natuurlijk ben ik trots op die geschiedenis, maar je kunt er geen rekeningen mee betalen”, glimlacht Johan. Hij speelt daarom voortdurend in op nieuwe ontwikkelingen die de inkomstenbron vergroten. De Dood is bijvoorbeeld al jaren natuurbeheerder en sinds kort ook zelf dakdekker. Vanaf dit jaar ontvangt hij bovendien samen met Yfke belangstellenden die meer willen weten over het eeuwenoude ambacht.

"Buffelen in het riet voelt als vakantie."

Aan de Rietweg, vindt maar eens een logischer klinkende straatnaam, klinkt het geblaf van een hond. Hij verwelkomt gasten van het familiebedrijf. Johan en Yfke zijn net toe aan de koffie, die ze serveren in een bouwkeet naast de rietopslag. Zoontje Joey blijft liever buiten. De achtste generatie lijkt geregeld.

Elke dag vakantie

Johan en Yfke brengen veel dagen door op hun plekje in De Weerribben. “Ik heb elke dag het gevoel dat ik vakantie vier, zo prachtig is het rond het dorp Nederland.” Zijn vak mag buffelen zijn, de liefde voor het gebied en het ambacht winnen het met gemak. “Een passie, het zit in je bloed, in je genen”, zegt hij in staccato. “Een normale werkweek is 38 uur? Nou, wij maken zeker het dubbele. Met liefde.” Dat doen ze op 32 hectare land rondom Nederland, waar de vorige generaties ook woonden. Met de verkoop van de boerderij van opa en oma resteert alleen het rietbedrijf. “We werken op een prachtig stuk land. Een deel daarvan bestaat uit cultuurrietland, waarvan het riet uiteindelijk op de daken belandt. De rest is veenmosrietland, trilveen en bos. Dat zijn hectares waar veel bijzondere planten en dieren voorkomen”, vertelt Johan.

Rietteler én natuurbeheerder

En dat betekent dat Johan al lang niet meer alleen als rietteler werkt. Hij beheert en onderhoudt het gebied voor Staatsbosbeheer, op het land dat vroeger van de familie was. “We zorgen dat watergangen schoon blijven, verrichten maaiwerkzaamheden en beschermen op alle mogelijke manieren de natuur”, legt Johan uit. “Regelmatig lopen hier hordes fotografen rond. Die komen dan af op een bijzonder vogeltje dat is waargenomen. Ze lopen zo het land op. Dan hebben ze misschien een foto voor op internet, maar dat vogeltje zie je nooit weer…” Rietteelt én natuurbeheer zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zegt Johan. Hij volgde een cursus die hem meer kennis over de natuur moest opleveren. “Die cursus vormde eigenlijk de bevestiging dat wij hier al eeuwenlang op de juiste manier werken. Vorig jaar maaiden we een stuk riet niet, omdat we bijna zeker wisten dat daarin vogels broedden. De best zeldzame bruine kiekendief, bleek later. Ondanks dat het ons best veel geld kostte, geeft me dat een goed gevoel.”

“Toen ik zelf voor het eerst op dit terrein kwam, had ik het gevoel dat ik tientallen jaren terug in de tijd was gezet.''

Maaiseizoen

Dat maaien staat elk jaar van 1 december tot 1 april op de werkkalender. Later mag niet, vanwege het broedseizoen. Eerder heeft weinig zin, dan is het blad er nog niet af en het riet niet genoeg afgestorven. “In november loop ik ongeduldig door het veld. Elk jaar kijk ik uit naar het maaien. Dat riet gaat meteen naar de opslag. Nadat het de tijd heeft gehad om verder uit te drogen, maken we het gereed voor de verkoop aan rietdekkers”, legt Johan het proces uit. “Tot zes jaar geleden haalden we al het riet nog met de ouderwetse snit en kleine maaimachines van het veld. Met onze huidige machines gaat het makkelijker en uiteindelijk beschadig je het land ook minder.” Buiten het maaiseizoen zit Johan niet op de lauweren. De gouden kleur symboliseert bepaald niet de waarde van het riet. “Met eeuwen geschiedenis betaal je geen facturen”, zegt Johan nog maar eens. Johan werkte enige tijd voor rietdekkersbedrijven en ontdekte dat hij het ambacht in de vingers heeft. Zo ontstond een nieuwe poot onder de onderneming. Regelmatig legt hij nu riet op daken of voert hij reparatiewerkzaamheden uit.

Waardering voor ambacht

Zorgen blijven bestaan. De landerijen van De Dood staan op de nominatie voor omvormen tot nieuwe natuur. Johan is geen tegenstander van dat plan, maar ziet kansen in de bedreiging. “Nieuwe natuur moet je ook beheren. Wij hebben alle kennis over dit gebied in huis…”, zegt hij. De familie De Dood zoekt de publiciteit. Hij merkte dat veel mensen belangstelling en waardering hebben voor zijn eeuwenoude ambacht. Een toevallige ontmoeting van Yfke deed de rest, vertelt ze. “Veel fietsers en wandelaars passeren ons bedrijf. Pas keek een stel uit het westen van het land met veel interesse naar ons riet. ‘Je mag wel even komen kijken’, zei ik. Die mensen keken hun ogen uit. Dat zette me aan het denken… Plannen waar we al jaren aan werkten, maken we nu werkelijkheid.”

Gasten in het riet

En dus ontvangt de familie De Dood nu regelmatig gasten. Die snuiven het verhaal van honderden jaren op, ontdekken de schoonheid van het landschap en voelen het riet met eigen handen. “Toen ik zelf voor het eerst op dit terrein kwam, had ik het gevoel dat ik tientallen jaren terug in de tijd was gezet. Onze bezoekers ervaren hetzelfde. Prachtig dat we op deze manier ons verhaal kunnen vertellen.”

Meer informatie over Riettelersbedrijf de Dood

Meer weten over de ambachten in Weerribben-Wieden? Ga naar de pagina man-made.