Voordat je je conclusies trekt: Goor is gewoon Middelnederlands voor moeras. Die waren blijkbaar in het zuiden van Twente, een paar eeuwen geleden. Het is een van de oudste stadjes van Twente, anno 1263, met een sjieke bijnaam: het Twentse Haagje. In de negentiende en twintigste eeuw was Goor het bruisende centrum van de textielindustrie, met dank aan een Engelsman die hier per toeval verzeild raakte.

An Englishman: Thomas Ainsworth

Dat Goor textiel-hotspot werd, is te danken aan Thomas Ainsworth. De Engelse textieltechnicus stichtte in 1833 de eerste weefschool in Goor – en de rest is geschiedenis, kunnen we wel stellen. Als dank voor zijn werk, kreeg hij na zijn dood een ereplaatsje op het plaatselijke kerkhof. Gelukkig is een grafsteen niet het enige hoogtepunt in Goor. Met een beetje geluk zie je wieken van de Braakmolen draaien. Vlakbij deze korenmolen staat het Klompenmuseum. Je voelt op je klompen aan wat je hier allemaal kunt bekijken.

Goors Historisch Museum

Heb je dat schattige treinstationnetje van Goor al gespot? Hoewel de trein er nog steeds stopt, fungeert het niet meer als station, treinkaartjes haal je uit een automaat. Het station biedt tegenwoordig onderdak aan het Goors Historisch Museum. Hier kom je alles te weten over de geschiedenis van Goor, over archeologie, klokken, graftrommels en – daar heb je hem weer – Thomas Ainsworth.

Reggeloop

Mocht je nu nóg geen genoeg hebben van Goor en nóg meer willen weten, zoek dan de oever op van riviertje de Regge die door de stad loopt. Sinds 2017 is hier de wandelroute Reggeloop geopend waarlangs de geschiedenis van Goor in woord en beeld wordt verteld. Grote kans dat je in de voetsporen van een zekere Engelsman loopt.