Nuchtere gasten
Kan niet missen: je hoort aan iemand dat hij of zij uit Overijssel komt. Echte Oost-Nederlanders verbergen het accent niet. Elke windstreek heeft zijn eigen dialect. Dialect? Zeg maar gerust taal. Bewoners van Overijssel zijn onmeunig trots op hun taal en cultuur.
Typisch Overijssel
Er wonen lekker nuchtere gasten (m/v) in Overijssel. De spreuk ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ zegt veel over ons karakter. We zijn niet van de poespas en de blingbling. Wel van de gezelligheid en gastvrijheid. Gewoon ongecompliceerd. ‘Hartelijk welkom’ is bij ons meer dan een spreuk op de deurmat. Dat merk je zodra je als citytripper, kampeerder of hotelbezoeker in onze provincie geland bent. Dan ervaar je tegelijkertijd de typische droge humor en zelfspot waar Herman Finkers zo beroemd mee is geworden.
Geen hokjesgeest
Hoewel er natuurlijk overeenkomsten zijn, is geen mens hetzelfde in Overijssel. Sterker nog: we laten ons niet in een hokje stoppen. Zo eigenzinnig zijn we wel. De Tukker is weer een heel ander figuur dan de Zwollenaar. In de Kop van Overijssel doen ze het net even anders dan aan de IJsselkade in Deventer. Het maakt onze provincie alleen maar interessanter. We mogen dan nuchtere gasten zijn, saai zijn we allerminst. Verschil moet er wezen.
Eigen taal
Zo verschillend zijn ook de dialecten die in Overijssel worden gesproken. In ‘de Kop’ spreekt men Stellingwerfs, in het westen Sallands en in het oosten Twents. Zwolle heeft zelfs zijn eigen taal, het Zwols. Allemaal varianten van het Nedersaksisch, dat een officiële streektaal is. Zonder Google Translate red je het als gast trouwens prima in Overijssel. Iedereen spreekt namelijk gewoon Nederlands. Maar een paar woordjes Nedersaksisch oefenen voordat je afreist, doet wonderen.
Brommers kieken
Met een ‘Moj’ of ‘Goei’ndag’ maak je een goede indruk tijdens een bezoek. Bij de bakker bestel je een ‘stoet’ en in de kroeg ‘nen pils’ of ‘wien’. Eet je ergens enorm goed, dan is het ‘onmeunig’ lekker. Als een Oosterling de ‘paling inpakt’, gaat hij ervan door. En als iemand je probeert te versieren, dan vraagt hij of je meegaat ‘brommers kiek’n’. Het is maar dat je het weet!