Martha Riemsma over Twente: Thuis in Roombeek
- 3 minuten opladen
- 8155 x bekeken
In ‘Liefde op het tweede gezicht’ vertellen bekende en minder bekende (oud)inwoners van Overijssel over doodnormale plekken. Die zij dankzij verrassende details of herinneringen zo bijzonder vinden. Dit kan een ogenschijnlijk simpel grasveldje in het dorp zijn, waar vroeger een gebouw heeft gestaan die van belangrijke culturele waarde is geweest. Wat betekent deze plek voor hen? Ontdek het in dit verhaal!
THUIS IN ROOMBEEK
Twente, en hoe mooi het wel niet is. Mijn gedachten gaan als eerste uit naar de Tankenberg. Best een pittig klimmetje op de racefiets, maar het uitzicht is er prachtig. Terug over de Paasberg - je waant je even in Frankrijk - en dan via de Wilmersberg weer op naar Enschede. Voor mij is Twente echter vooral verbonden met Enschede. Ik studeerde er, ging weg, kwam terug en werd er moeder. Ik voel me thuis in Roombeek, ben er letterlijk thuis.
Twee jaar geleden betrokken we met De Twentsche Courant Tubantia het Balengebouw, een markant pand in het hart van de wijk. De redactie is de plek waar ik de meeste tijd doorbreng en ik ben elke dag dankbaar dat het precies die plek is. Want het is niet alleen een prachtig stoer gebouw, maar het staat ook symbool voor het Twentse verhaal. Het staat op een steenworp afstand van de plek waar de explosie van SE Fireworks een gat in de stad sloeg. Er is een hap uit de toren; er slingerde die fatale dag in mei een brokstuk dwars doorheen - aan de ene kant erin, aan de andere eruit. Als we aan tafel staan voor de ochtendvergadering van de krant, kijken we uit op het monument dat de slachtoffers van de vuurwerkramp herdenkt. De grootste nieuwsgebeurtenis in de geschiedenis van Twente en daarmee ook voor de krant.
Ooit, in de hoogtijdagen van het textieltijdperk, werden er balen katoen opgeslagen in het Balengebouw. Het is een wonder dat het gebouw er nog staat; gelukkig is het nu jaren later weer vol leven. Het staat daarmee symbool voor veerkracht, zoals dat voor de hele wijk geldt. Dat past goed bij de geest van Twente. Het komt ons niet aanwaaien, maar we laten ons niet kisten. Zoiets. Ik hou ervan.
''Ik voel me thuis in Roombeek, ben er letterlijk thuis''
En dan prijkt Jan Cremer ook nog een keer of vijftig in zanderige stempels op de gevel van het Balengebouw. Het zou zijn museum worden. Maar na een hoop gesteggel ging dat niet door. Enfant terrible, dat in onmin leeft met zijn geboortestad en de stad met hem. Maar van zijn beeltenis gaat ook iets onverschrokkens uit. Brutaal steek hij zijn hoofd boven het maaiveld uit. Dat wordt in Twente niet altijd gewaardeerd en dat is jammer. Maar tegelijkertijd zijn we als het er op aankomt toch ook creatieve doordouwers, dwarsdenkers en non-conformisten. Nee Twentser dan het Balengebouw wordt het niet. Een perfect huis voor de krant van hier.