Hennie Kuiper over Twente: Eerste Kievitsei
- 3 minuten opladen
- 734 x bekeken
In ‘Liefde op het tweede gezicht’ vertellen bekende en minder bekende (oud)inwoners van Overijssel over doodnormale plekken. Die zij dankzij verrassende details of herinneringen zo bijzonder vinden. Dit kan een ogenschijnlijk simpel grasveldje in het dorp zijn, waar vroeger een gebouw heeft gestaan die van belangrijke culturele waarde is geweest. Wat betekent deze plek voor hen? Ontdek het in dit verhaal!
EERSTE KIEVITSEI
Twente is allereerst een synoniem van rust. Overal heb je plekken waar je alleen maar vogels hoort. Er is geen spoor in de buurt, geen snelweg, geen vliegveld, geen luchtvervuiling. Ga maar eens wandelen in ’n Greunen Stet in De Lutte of bij Vasse in het gebied achter de Hooidijk. Dat soort plekken vormen een grote rijkdom in deze hectische tijd met overal internet en voortdurend nieuws via allerlei media. Als je er bent, geniet je. Al die vogels die samen een prachtig orkest vormen.
Ja, Twente is mooi, maar wat is dat? Wie er zijn hele leven woont, ziet het soms niet meer. En de een vindt een gele spijkerbroek mooi, de andere een groene. Dit boek zal ook aantonen hoe verschillend de mensen aankijken tegen de schoonheid van Twente. Kijk eens naar mijn woonplaats Enschede en haar omgeving. Bijna geen stad in Nederland is zo prachtig omringd door oude bossen. Eén keer per jaar gingen we vanuit ons ouderhuis in Noord-Deurningen met de bus naar een tante in Enschede. Dat was indrukwekkend met onder andere dat dierentuintje in het stadspark.
Elke zondag fietsten we met mijn vader en vaak kwamen we uit bij Singraven. Met groot respect reden we de oprijlaan in. Het zag er allemaal zo netjes uit. Als je vanaf de Ootmarsumstraat kwam, fietsten we door het poortje. Daar zat een portier bij wie we ons meldden. Dan gingen we de lange laan door met de dubbele rij bomen. Zo kwamen we bij de tweede poort, maar daar mochten we niet door. Op die ene keer na toen ik het eerste kievitsei van de gemeente Denekamp had gevonden. Je kon het naar meneer Laan brengen op Singraven of naar de pastoor. Ik was acht jaar en koos voor het kasteel, mijn oudere broer ging mee. Daar aangekomen trok ik aan een touw en hoorde in het kasteel een bel rinkelen. Binnen kreeg ik een rijksdaalder. Het heeft een enorme indruk op mij gemaakt. De watermolen daar vond ik ook indrukwekkend. Daar werden planken gezaagd van eiken die 20 jaar hadden liggen te drogen. Ze bouwden er huizen van. Naar die grote schoepen van de molen kon ik uren kijken. De kracht van water. Hoe ze daar energie uithaalden. Imponerend. Ik mocht er natuurlijk van mijn ouders niet te dicht bijkomen.
''Ja, Twente is mooi, maar wat is dat? Wie er zijn hele leven woont, ziet het soms niet meer''
Tot slot mijn geboorteplaats in Noord-Deurningen aan het kanaal Almelo-Nordhorn. Hoe mooi is het daar wel niet. Daar moet ik vaak aan denken. Er is wel een en ander veranderd, maar in de maand mei is het daar onnoemlijk fraai. Ik luisterde daar vroeger altijd naar de nachtegalen. Als ik de eerste hoorde, wist ik dat het voorjaar begonnen was. Helaas zijn ze verdwenen, net als talloze houtwalletjes en sloten vanwege de verkaveling. Niettemin blijft het daar een zeer mooie regio.